dinsdag 1 december 2009

HOOFDSTUK IX HET GEHEIMZINNIGE STAAFJE EN ESTARTITO IN GRIEKENLAND

Poesje zag een staafje vliegen
rond de boom in 't morgenrood:
rustig bleef het staafje wiegen
tot het in de takken schoot.

Poes was niet de enige die het zo zag. Blacky vergat van pure verbazing te blaffen. Egbert bleef doodstil met wat nootjes tussen zijn pootjes zitten. Branine bleef als het ware vastgeklit op een kanteel van de muur aan de oostzijde van het Kasteel waar de zon op zou komen. En Pasthur was net op de toren beland waar zijn slaapkamer lag. Ook hij kon zijn helderblauwe ogen niet geloven. Maar dan de beide Dames Hex. Die begonnen het nog moeilijker te krijgen.

De bezem van Troela weigerde even dienst. Dat maakte het moeilijk voor De Oude Dame. Zo hing ze wat zielig hoog in de lucht als een standbeeld...en dat met haar 417 jaren. Ook de bezem van Troelita raakte helemaal van slag. Hij schoot met Troelita als passagier als een vuurpijl de rode ochtendlucht in. Rood was de kleur van van de hemel geworden door de stralen die de langzaam opkomende zon veroorzaakte.

De wind kwam rechtstreeks uit de kant van de zee. Daarom kon je, als je goed luisterde, het koor van meeuwen op de Medas-eilanden zo goed horen. Zeemeeuwen die in Estartit aan de Costa Brava wonen zitten 's-morgens al heel vroeg aan de kant van de eilanden waar de zon opkomt. Er zijn nog Catalaanse mensen die dat feit gewoon omdraaien. 
Ze zeggen - en sommigen denken dat echt - dat ze daar lekker zitten te zingen om de luie zon uit zijn bed te krijgen. 

Het metalen staafje was intussen met de snelheid van een Olympisch kampioen 'Ver Springen' in de boom verdwenen. Maar staafjes kunnen natuurlijk niet zomaar vliegen. Als ze licht van gewicht zijn kunnen ze met de wind meevliegen, dat nog wel. Het echt helemaal op eigen kracht heel precies ergens naar toe vliegen kan nog niet. Dat kan alleen in sprookjes maar in dit sprookje is het voorlopig ondenkbaar en ook volslagen ondoenbaar. 

Er moest dus een onzichtbaar wezen zijn dat met het staafje meevloog. Bediening op afstand was nog niet ver gevorderd in dit stukje van de wereld. Zou dat meevliegende wezen misschien Piet Agoras zijn ? Zou hij een of ander geintje met de triangel gaan uithalen ? Na een minuut of vijf waren ze wat bekomen van de eerste schrik. Troela vloog weer rond en Troelita kwam heel langzaam naar beneden gezakt.

Daarna gingen ze met zijn allen naar de toren van Troela om een plan uit te broeden. Zelfs De Oude Dame - die in haar lange leven echt wel het een en ander had beleefd - wist niet wat te doen. Ze begon een beetje te huilen. Stel het je maar eens voor. Eerst wordt er een boom op de binnenplaats van je Kasteel geplant terwijl je een reis naar Finland aan het maken bent voor een speciale gelegenheid. Dan blijkt er in die boom ook nog een metalen ding te hangen dat de vorm van een triangel heeft. Onder dat rare ding hangt een plaatje met twee zinnen waarvan er een leesbaar is en de andere niet.

En dan beleef je ook nog - voor de eerste keer in je lange leven - dat tovenaar Estartito, die al eeuwen je allerbeste vriend is, verbaasd wordt en je waarschuwt. Troelita en haar vrienden en vriendinnen stelden De Oude Dame op haar gemak.   

Nadat ze met een 1121 jaar oude zakdoek haar tranen nog wat hadden gedroogd kwam Branine met een heel slim plan. Ze moesten allereerst rustig afwachten wat er zou gebeuren. Intussen zou iemand de President van de Eksterbond in Estartit op de hoogte stellen van wat er allemaal aan de hand was. Dan zouden alle eksters uit de verre omgeving op de muren, kantelen en torens van het Kasteel moeten gaan zitten. Als het blinkende of blikkerende metalen staafje weer als de wiedeweerga zou vertrekken naar de boom zouden de eksters wel even ingrijpen.    

Zoals je misschien weet zijn eksters gek op alles wat blinkt. Het metalen staafje zou heel zeker gaan glimmen in het beginnende zonlicht van de ochtend. En dus...vul dat maar even in ! Zo gezegd zo gedaan. Troelita pakte haar bezem en vloog sneller als een hazewind naar Estartit om de President in te lichten. De rest van het gezelschap ging alvast in afwachting op de muren, de torens en de kantelen van het Kasteel zitten. Ze waren heel benieuwd naar wat er zou gebeuren met dit onverwachte en ook unieke bezoek van veel vogels die door alles wat blinkt door hun pootjes gaan.  

Estartito maakte zich intussen op voor zijn reis en verblijf in Griekenland. Hij had zijn oude vriend Pythagoras al heel lang niet meer gezien. Pyth - zoals hij hem noemde - moest nu toch al zo'n 2500 jaar oud zijn. Hij woonde weer in een grot op het eiland Samos en ook niet ver bij de zee vandaan. Als je even kijkt in een atlas zul je zien dat het eiland Samos voor de kust van Turkije ligt. 

Vroeger haalde Pyth / Piet daar heel zoete wijnen vandaan. Hij verkocht die voor een goede prijs in Europa en vooral in Nederland. Ik bedoel dus niet Piet Pradoella - die trouwe lezers al eerder hebben ontmoet - maar Piet de Gruyter. Met die kruidenier handelde hij over de verkoop in Nederland. Van die heerlijke wijn kreeg je een extra beetje hoofdpijn maar daar hoefde je niets voor te betalen. Dat was allemaal in de toch niet zo hoge prijs inbegrepen. 

Estartito had aan Troela hom of kuit beloofd maar iets zat hem toch niet lekker. Pyhagoras was een vriendelijk en slim mens en hield best van een geintje. Maar hij was een veel te goed mens om De Oude Dame Troela van 417 jaren met een triangel en een staafje de stuipen op het lijf te jagen. Belofte maakt schuld en toch zou Estartito op Samos bij Pyth / Piet dus echt met de beide billen bloot moeten...

Het was intussen al zes uur in de ochtend en in Griekenland een uurtje later. Uit zijn jonge jaren herinnerde Estartito zich nog dat Pythagoras van een vroege wandeling hield. Dus nam hij afscheid van Torowelja die nog lag te soezen en van zijn gast Friethelm. Die laatste sliep altijd in een speciale hut van de boot die met geluiddempend materiaal was afgewerkt. Zo kon hij rustig snurken zonder dat de andere botelingen en buren er last van hadden.

Toen dacht onze tovenaar even na en zei een ingewikkelde toverspreuk. Met een flits en een plofje was hij verdwenen en wandelde al met Pythagoras op het strand van Samos. Pyth / Piet leunde zo nu en dan op een mooie wandelstok. Die stok had de vorm van een rechthoekige driehoek. Pythagoras leunde steeds op de kortste zijde. Zodra hij had gemerkt dat Estartito naast hem liep stopte hij en keek onze Catalaanse tovenaar eens heel vriendelijk aan.

Daarna zette hij zijn wandelstok in het losse zand. Pyth / Piet begon aan een hartelijke omhelzing van een van zijn oudste en beste vrienden. Daarbij kreeg hij tranen in zijn ogen. Die tranen van vreugde rolden als dauwdruppeltjes over zijn tuniek in het zand. Hij zei geen woord en Estartito kon alleen drie keer hardop de naam 'Piet' stamelen.

Het was een ontmoeting die in het Nederlands ook ouwe jongens krentenbrood werd genoemd. Estartito vroeg zich af waarom hij zich toch zo zenuwachtig had gemaakt. Maar hij hoefde het niet eens uit te leggen. Pyth / Piet vroeg eerst hoe het allemaal was in Spanje / Catalonië. Daarna vertelde hij de tovenaar dat Estartito de derde goede vriend was die bij hem op bezoek kwam.        

Een of andere flapdrol die een vorm van zijn naam gebruikte was bezig rare streken uit te halen op verschillende plaatsen in Europa. Pyth / Piet pakte zijn fraaie wandelstok - die erg belangrijke dingen worden ook wel 'loophout'  genoemd - en schreef er in het zand de namen 'Piet Agoras' mee. Estartito zei dat de letters van de namen en de hele naam precies klopte. Hij vroeg of Pyth / Piet wist wat deze man wilde. Het bleek dat tot nu toe niemand had kunnen achterhalen wat deze Piet Agoras eigenlijk wilde. Deze Piet was zeker in de ogen van Pyth een slimmerik of een bandiet. Het was opvallend dat er steeds sprake was van een metalen triangel en een staafje. En: de meeste activiteiten vonden plaats vroeg in de ochtend, altijd voor dag en dauw.

Pyth wilde er verder helemaal niks mee te maken hebben. Op een snoepreisje naar Egypte had hij indertijd ook de rechthoekige driehoek gevonden. Dat gebeurde heel dicht bij de Pyramiden van Gizeh. Hij had hem voor de gein meegenomen naar zijn huis zoals hij de grot in Samos noemde. Van de triangel - die een gelijkzijdige driehoek is - had hij bitter weinig verstand. Pyth gaf indertijd nog wat lessen in wiskunde en in filosofie. Dat laatste is een vak dat in het Nederlands wijsbegeerte heet. Hij begon zijn lessen altijd met op de een of andere originele manier te zeggen dat een mens zonder gevoelens niks voorstelt. Eerst moet een mens gevoelens hebben dan komt de rest vanzelf. Dat was eigenlijk de belangrijkste les die hij zijn leerlingen gaf.

Een aantal van zijn leerlingen op Samos en later op Kroton in Italië waren ineens heel fanatiek geworden. Ze dachten dat alles in het leven met behulp van of door het gebruik van nummers en cijfers kon worden uitgedrukt. Het was aan de leden van hun Broederschap zelfs verboden met erwten te spuwen. Echt oerslim waren ze niet want ze hadden het cijfer nul nog niet eens gevonden. Dat gebeurde eeuwen later ergens in India.

Sommige leden van de Broederschap waren zelf grote nullen, dát wel. In die tijd was het zoals met ontzettend veel linke economen van nu. Als je iets niet kunt tellen en/of meten is het ook geen bal waard. Toch was economie zoals wij die nu kennen nog niet uitgevonden. Dat duurde nog 2500 jaar. Dat waren voor grote delen van de mensheid heel gelukkige jaren zonder een bepaald soort 'wetenschap'.

Volgens Pyth liep het woord economie al groot gevaar een nieuwe maar lege, maar dan ook helemaal hards....e lege wetenschap van nullen te worden. Daarom ging hij ook niet door met nullen. Nu weten we dat tussen mensen die zich voor econoom laten uitschelden en/of daarvan ook een titel hebben gehaald, grote nullen maar nog veel meer kleine nullen ronddolen in een cijfer-labyrinth.

Ze dwalen wat door die doolhof en vormen of vinden steeds weer nieuwe nullen zonder van het bestaan van individuele mensen enig benul te hebben. Pyth had gemerkt dat er van dit soort dictatoriale wetenschappen een overschot zou gaan ontstaan omdat mensen eindeloos nieuwsgierig zijn.

Estartito wist genoeg en nam bedroefd afscheid van zijn oude vriend Pyth. Die wandelde rustig door op het mooie strand van Samos. De tovenaar gebruikte dezelfde spreuk als hij deed bij het vertrek naar Griekenland. Ook voor zijn terugkeer naar Spaans Catalonië was die goed. Met de spreuk toverde hij zich met een flits en een plofje naar het Kasteel. Daar bleken intussen ook een overdreven groot aantal eksters uit de verre omgeving te zijn aangekomen... 

                    EINDE VAN HOOFDSTUK IX


    

HOOFDSTUK VIII MERELEN EN EEN EUROPESE POE+ MET EEN BRABANTSE KOFFIETAFEL TOE

Nu wilt u - of wil je - natuurlijk weten wat merelen eigenlijk is. Er zijn mensen die het al weten omdat ze andere verhalen van Troela hebben gelezen. Voor de nieuwerikken onder ons zal ik het nog eens opschrijven en wat uit proberen te duiden. Als je gaat vissen met een hengel kun je wormen gebruiken. Wormen vind je meestal in de grond. Merels peuzelen die lekker op nadat ze zachtjes en vooral hippend over het gras of over een ander soort zachte grond hebben gelopen.

Dat heet merelen. Het is hier maar een woord en trek het je dus niet al teveel aan. Ga het vooral niet opzoeken want geheid dat je het niet vindt. Je weet het nu dus voor nu en voor eeuwig en altijd en heel goed: als je ooit wormen wilt vangen om te vissen kun je die het best vinden met zachtjes merelen. Heel voorzichtig moet je voetje voor voetje hippend over een stuk zachte grond gaan lopen. Als de wormen dan bovenkomen kun je ze voorzichtig pakken en in een zakje met natte aarde bewaren. Later kun je ze gebruiken om te gaan vissen en met veel succes en een grote buit terug te komen.

Helaas kun je nog geen afspraak met vissen maken. Daar hebben ze geen zin in. De overal bekende Bond van Vriendelijke Vissers heeft ooit geprobeerd een overeenkomst te sluiten. Dat ging helaas helemaal de mist in want het was veel te vroeg in de ochtend en de vissen waren nog niet goed wakker.

Zoals je voor het goed en snel strikken van je schoenen een Strikdiploma krijgt, zo kun je met goed en vaardig merelen een Merelakte aanvragen en krijgen. Doe het snel want vandaag of morgen wordt het verplicht met zo'n stuk papier al hippend rond te lopen. De Merelakte lijkt op een Visakte maar is heel wat mooier uitgevoerd. Het Strikdiploma werd lang geleden ingevoerd omdat er veel Valstrikken waren.

Met de Merelakte is ongeveer hetzelfde aan de hand. Er werd door heel Europa maar rond gemereld bij nacht en ontij. Er bleef in de zich steeds maar uitbreidende Europese Unie geen worm meer over in de merelbare grond van een land. 

De vrouwelijke voorzitter van het 'Europese Verbond van Merelaars' heeft toen een grote protest-vlucht boven het Europese Parlement in Straatsburg georganiseerd. Aan de grote ballon die de vorm van een merel had hing een grote worm, geen echte maar een goed gemaakte plastic kopie.

Rond de ballon vlogen honderden merels. Letterlijk alles en iedereen werd op die dag stevig ondergescheten. De aktie werd een geweldig succes. De volgende dag werd de 'Europese Merelarij-akte' goedgekeurd onder protest van de Britse Delegatie.

De leden daarvan hadden allemaal op wat nu nog steeds 'Poepjesdag' wordt genoemd hun parapluie bij de hand. Ze wisten niet of nauwelijks wat er aan de hand was. Het regende op die dag pijpestelen samen met een grote hoop verse: jawel, u of jij raadt en ruikt het of hebt dat al gedaan.


Troela en Blacky waren samen teruggevlogen naar het Kasteel. Ze hadden met Estartito afgesproken dat die meteen na zijn bezoek aan Pythagoras alias Piet Agoras in Griekenland bij hen langs zou komen. Dan had hij hom of kuit of misschien wel allebei of geen van beide gevonden bij zijn oude vriend. 

Het was intussen al bijna elf uur maar in het Kasteel was nog helemaal niemand wakker. Nu weten wij dat tijd een betrekkelijk en ook heel persoonlijk begrip is. Laat ik als voorbeeld geven dat vijf minuten bij een tandarts niet zo kort duren als bij voorbeeld vijf minuten zwemmen in het warme water van de Middellandse Zee of vijf minuten lekker aan een ijsje zitten lebberen.

Maar vóór dag en dauw betekende in dit geval voor de mensen en de dieren in het Kasteel: verschrikkelijk vroeg. Troela wilde het allemaal goed organiseren want ze was die dikke boom midden op de binnenplaats al lang spuugzat.

Bovendien wist ze nog steeds niet wat die rare blinkende, metalen triangel in die boom eigenlijk uit hing te hangen. Als Egbert de Eekhoorn weer eens heel gezellig zijn nootjes zat te kraken en op te smikkelen viel de afval mooi op de grond en was het weer vegen geblazen door haar of door Troelita.

De mannen in het Kasteel lieten dat werk maar al te graag aan de Bejaarde Dames Hex over. Ook Branine deed er weinig aan. Dat was niet echt uit onwil maar uit gewoonte. Troela toverde toen een geweldige Turkse trom tevoorschijn en begon daarop met de bijbehorende stokken een werkelijk ontzettende herrie te maken.

Dat werkte gedeeltelijk best goed en gedeeltelijk averechts. Blacky de Geweldige rende hevig in paniek de grote poort van het Kasteel uit. En Egbert de Eekhoorn sprong op een van de vele kantelen.

Troelita kwam nog wat slaperig aangerend maar zonder bezem. Pasthur kwam in de nieuwe pyama die hij in Finland had gekocht wat langzaam en niet zo zeker aangestommeld. Hij had de slaap nog in zijn oogjes. Branine had voor de gelegenheid een blauw nachthemd met strikjes op de mouwen aangetrokken. Dat had ze in Finland van Norelca cadeau gekregen. Troela wachtte even tot ook de drie dieren heel dicht bij haar waren. 

Toen legde ze uit wat er zou gebeuren nota bene onder de boom die ze zo graag kwijt wilde. Troela stond lekker in de schaduw van die geweldige boom en dus uit de felle zon. De volgende dag was het voor ieder merelen geblazen. Aan de toehoorders werd vriendelijk maar wel dringend gevraagd om vier uur in de ochtend op te staan. Daarna zou het sporten beginnen waaronder merelen en torentje springen.

Maar het belangrijkste was je ogen goed de kost te geven. Troela wilde weten wat er voor dag en dauw precies met de triangel aan de hand was. Afgesproken werd dat Pasthur om precies vier uur in de ochtend (of nacht als je wilt) iedereen wakker zou maken met geroffel op de Turkse trom. Allemaal hadden ze het begrepen en ieder ging doen waar hij of zij zin in had.

De volgende dag stond iedereen een minuut of tien na vier uur onder de dikke boom. Het was nog donker maar ze kenden allemaal het Kasteel van binnen en van buiten. Er werd op de binnenplaats waar in de tuin veel gras stond  enthousiast gemereld en ook torentje springen ging lekker.

Niet voor iedereen natuurlijk maar wie kan er nu tegen een eekhoorn als Egbert op. Iedereen bleef ook goed naar de triangel kijken om te zien wat er gebeurde als het wat lichter werd. Later zouden ze daarover gaan praten.

Daarna bestelde Troela een ontbijt waar zelfs de honden brood van lustten. Omdat iedereen nog wat moe was van de lange reis naar Finland had De Oude Dame als verrassing een uitgebreide Brabantse Koffietafel tevoorschijn getoverd. Ze waren maar met vieren maar Egbert de Eekhoorn, Poes Piesjenee en Blacky de Geweldige werden samen als een persoon beschouwd. Ze hadden immers geen van drieën een grote mensenmaag.

De lekkere glaasjes vol brandewijn waarmee de smulpartij begon waren zo sterk dat Pasthur en nog twee andere eet- en drinkerikken de rest van de dag met een stinkende hoofdpijn rondliepen en rondzwommen in de lekker warme Middellandse Zee.

Branine deed niets anders als geitebreien en giechelen. Er stonden liefst zeven verschillende soorten brood op tafel waartussen echt krentebrood. En er waren gekookte eieren van een, twee en drie minuten. Ook waren er een paar rotte eieren meegekomen die met de letters 'svprg' waren gemerkt. Dat betekent: 'rotgooien' of 'rot: gooien' als het u belieft.

Rond een uur of twee was iedereen klaar met eten en drinken. Egbert zat nog wat pinda's na te peuzelen en Poes Poesjenee had de helft van de boerenkaas al naar binnen gewerkt. Blacky had zijn best gedaan en vooral van de rauwe ham en van het rookvlees gesmuld. Er waren liefst zevenentwintig koppen koffie gedronken maar de thee werd helemaal teruggetoverd. Het was een warme dag en de thee was echt veel te flauw.

De siësta werd vandaag op het strand geslapen. Buiten het Kasteel was wel een zwembad in de open lucht maar dat moest eerst nog worden schoongemaakt. Bovendien hadden Branine en Pasthur zin in wat zwemmen en duiken in zee. Blacky blafte dat hij liever thuis wilde blijven en op het Kasteel zou passen. Egbert de Eekhoorn en Poes Piesjenee gingen wat liggen pitten in de schaduw van de boom.     

De volgende ochtend klonk om precies vier uur het gebonk op de Turkse trom. Onder de boom en in diepe duisternis verzamelden de kasteelbewoners zich. Ze keken eerst naar de triangel van Piet Agoras. Die hing niet te blinken maar te blikkeren in maanlicht. Er hingen al een paar dauwdruppels aan het onderste deel.

Eerst probeerden ze wat te merelen buiten de muren. Maar dat ging niet goed want de grond was van keiharde steen. Bovendien kon Blacky maar niet geleerd krijgen hoe hij op vier poten moest hippen. Egbert zag het nut van merelen niet in want hij zou toch nooit gaan vissen. Maar hij deed heel eerlijk met zijn vrienden en vriendinnen mee. Poes Piesjenee zat op afstand met glimmende oogjes te kijken naar de bende die allemaal vrienden en vriendinnen waren.

Daarna besloten ze samen torentje te gaan springen. Eerst waren Troela en Troelita aan de beurt. Voor deze twee lieve hexen was er geen kunst aan. Ze zetten zich op hun bezem en begonnen wat te zeilen van het ene torentje naar het andere.

Maar toen Branine en Pasthur van kanteel naar kanteel en pas daarna van torentje naar torentje wilden springen zagen ze allemaal tegelijk ineens iets heel fel flitsen in of in elk geval heel erg dichtbij de dikke boom...  


                  EINDE VAN HOOFDSTUK VIII