donderdag 8 oktober 2009

HOOFDSTUK V EVEN KIJKEN OF ER NOG MEER VOLK IN HET KASTEEL IS



            Blacky en Carmen spelen het Nieuwe Jaar in 


Blacky de Geweldige is een lieve, echt Catalaanse herdershond met een bijzonder karakter. Inplaats van een huis te bewaken en zo nodig stevig te blaffen verbergt hij zich meestal. Bij het minste geluid heel in de verte dat aan een rotje zou doen denken kruipt hij onder een bed. Hij is daar dan met geen bot of stok - of eventueel een helemaal verse biefstuk - vandaan te krijgen. Soms is dat gedrag wel handig.


Alles op de Planeet Aarde blijkt heel duidelijk zijn voordelen en zijn nadelen te hebben. Een beroemde Nederlandse voetballer heeft het eens gezegd: 'Elk voordeel hep zijn nadeel'. Alle Spanjaarden  -  dus inclusief de Catalanen - noemen deze geniale Nederlandse man 'Kroef'. Zijn alleen door geboren Nederlanders goed uit te spreken naam is 'Johan Cruijff'. De Catalanen gaan nog een beetje verder en noemen hem: 'El Salvador'. Dat betekent in het Nederlands 'De Redder'. Dat is hij geweest met zijn naar buiten toe oppervlakkig lijkende maar in werkelijkheid héél diepzinnige en begaafde manier van zowel voetballen als praten of ergens optreden.  

Johan Kroef uit Amsterdam zou met de golfsport even ver komen als met voetbal. Hij spreekt goed Spaans...en zijn kleinkind is nu zestien jaren oud en aan het voetballen bij -  ja, dat had je goed geraden !- de F.C. Barcelona. (F.C. staat voor Football Club)

De Spanjaarden kennen ook bijna allemaal één Engels woord. Dat woord is 'mister' en staat voor de trainer van een elftal. Dat hoeft niet voetballen te zijn maar kan ook hockey spelen of aan basketbal doen, een sport die wel eens wordt aangeduid met de overduidelijke worden 'mandje prik'. 

Even terug naar 'oude' Blacky. Wij weten hier, op bijna 140 kilometer afstand van Barcelona, nauwkeurig of de beste voetballers/miljonairs uit allerlei landen aan het winnen zijn. Na iedere goal wordt er vuurwerk afgeschoten. Zo weten we precies hoe vaak de bal in het net van de tegenstander is geschoten...of erin gefrommeld. 'Oude' Blacky vindt dat helemaal niet leuk en begint rond te struinen door ons huis. We geven hem als het weer eens al te dol wordt een halve pil die Ome Dierenarts heeft voorgeschreven in deze gevallen.

Blacky de Geweldige heeft samen met een vriendelijke Poes heel wat jaren in ons huis gewoond. 'Poes Piesjenee' (en ook wel 'de Filosoof' genoemd) is ontmand want anders was hij gewoon niet meer te houden. In de Zomers zijn we meestal te gast bij Troela en haar familie in het Kasteel. Poes blijft meestal buiten en ligt daar rustig te spinnen. Blacky is dikwijls ook buiten als er tenminste geen jagers in de buurt zijn én als het niet onweert. Ze slapen allebei in de buurt van Friethelm. Die zorgt voor ze en is een echte dierenvriend. 

Op een middag waren Blacky en Poes erg onrustig. Ze leken intussen wel gewend aan het gesnurk van Friethelm. Of beter gezegd: aan het geluid dat je hoort als iemand een heel dikke boom aan het doorzagen is. Dat snurken hoort bij de dagelijkse siësta van Friethelm. Maar op die middag hing er iets vreemds in de lucht dat Poes Piesjenee en Blacky de Geweldige niet vertrouwden. 

Door al het gereis dat in de vorige hoofdstukken staat beschreven heb ik onze Egbert bijna vergeten. Ik neem maar aan dat je nooit van hem hebt gehoord. Zijn volledige naam is Egbert de Eekhoorn. Zijn ouders stammen af van een grote familie van allemaal bruine eekhoorns. Die eekhoorns reisden nog door dat geweldig grote Spanje. Ze deden dat door heel eenvoudig van boom naar boom te springen. Zo konden ze het hele Iberische Schiereiland rondreizen en echt overal komen zonder de grond aan te raken. Het Iberisch Schiereiland - dat bestaat uit twee landen: Spanje en Portugal - stond toen nog helemaal vol bossen met veel soorten bomen. 

Spanje is een verschrikkelijk groot land. Van Noord naar Zuid is het zo'n 1200 (twaalfhonderd) kilometer en van Oost naar West nog altijd 1000 (duizend) kilometer. Als je toevallig ooit wat tijd hebt - en ook wat €uros hebt kunnen sparen - moet je eens op de fiets de hele kust van het 'Peninsula Ibérica' (zo heten Spanje en Porugal samen in het Spaans) langs rijden. Dan heb je er bij aankomst van het punt van vertrek ruim 8000 (achtduizend) kilometers opzitten. Waarschijnlijk heb je ook wel wat blaren op je bips (of is het bibs ?).

Maar nu ben ik weer afgedwaald en ga terug naar de vroegere Spaanse en Portugese bossen en de vele eekhoorns die daar toen 
- al springend van boompje naar boompje - in vrede samenleefden.

Het ware verhaal van de verdwenen bossen zit als volgt in elkaar.

Een paar eeuwen geleden besloot een Spaanse Koning met zijn gade een grote vloot met veel schepen van een helemaal nieuw model te laten bouwen. Daarmee wilde hij graag Engeland veroveren. Voor het bouwen van die schepen was een onvoorstelbaar grote hoeveelheid hout nodig. Daarom werden er overal in Spanje hele bossen omgekapt. Dat is overigens niet de enige reden waarom vooral het Spaanse binnenland zo kaal is. Maar het bouwen van deze enorme vloot - die de 'Armada' heette -heeft er wel aan bijgedragen.

Als kleine bijzonderheid kan ik nog vermelden dat een speciaal groot stuk eikenhout werd gekapt voor de Koning zelf. Zijne Majesteit droeg al jaren een plaat voor zijn hoofd gemaakt van ebbe-hout. Die plaat diende ook om de weinige hersens die in zijn hoofd zaten te beschermen. Eindelijk kon hij nu beleven hoe het met eikenhout zit. 


Het omkappen van hele bossen dat jarenlang duurde ging de goed beschermde bruine eekhoorns niet in de kouwe kleren zitten. Kleren - en zeker koude kleren - hadden ze niet nodig maar je weet wat ik met die echt Nederlandse uitdrukking bedoel. Daar begon de afsplitsing van de grijze tak van de grote Familie Eekhoorn. De bruine eekhoorns kregen van al dat gekap en de rommel die de kappers er van maakten grijze haren. Daarom bestaan er nu bruine en sinds die kapperij ook grijze eekhoorns. Er zijn ook en paar grijze eekhoorns die bij de Rots van Gibraltar naar Afrika oversprongen.

Tot het gekap en de rommel over was woonden ze in het heel mooie 
Atlasgebergte. Dat gebergte is nu een stuk van Marokko. Er zijn niet veel bomen maar genoeg om in conditie te blijven. De meeste grijze eekhoorns zijn terug gesprongen naar Spanje. Er zijn óók families die nog steeds een bruin leven hebben in het Noorden van Marokko.


Maar Egbert de Eekhoorn woonde nu al jaren in en rond het Kasteel. Hij was daar heel gelukkig geworden en had niet teveel ruimte nodig. In de omgeving van het Kasteel was genoeg voedsel voor hem en ook voor zijn medebewoners te vinden. En Egbert was onmogelijk sterk. Hij kon in één keer van de ene toren van het Kasteel naar de andere springen. Alleen als er een heel sterke wind uit het Noorden woei moest hij het heel voorzichtig aan doen. Die meestal ijskoude wind heet hier de 'tramontana'. Dat betekent: een wind die over de bergen waait. Nu ga ik schrijven hoe je dat woord kunt onthouden.

Onthoud het woord 'trans' dat ook in het Nederlands voorkomt: bij het woord transport bij voorbeeld. Het betekent 'over'. Onthoud ook het woord 'montaña' dat in het Spaans 'berg' betekent. Maar de 'ñ' is een echt Spaanse letter. Daar maken we een gewone 'n' van: dus het wordt 'montana'. Zet die twee woorden achter elkaar...en een kind kan bij wijze van spreken de was doen !
Het eerste stukje 'trans (zonder de 'n' en de 's', de Nederlandse Spoorwegen maar die hebben we toch niet nodig) dus: alleen 'tra' als eerste stuk en dan 'montana' als tweede wordt: tramontana. Dat is  de woeste wind die met 150 kilometer per uur van de bergen afdondert.

Spanjaarden die wat ouder zijn zeggen dat de tramontana die uit Frankrijk komt het enige echt zuivere is dat de Fransen naar Spanje sturen. Maar dat is natuurlijk  gewoon de kift. De Fransozen brengen ook stinkende geitenkazen die héél lekker zijn en champagne. Die is hier in Spanje niet te betalen...maar de Spanjaarden - en vooral de Catalanen - hebben hun eigen champagne die 'Cava' heet. Dat woord betekent 'kelder' want daar wordt de 'Cava' bewaard en verzorgd. De Catalaanse 'champagne' mag die naam niet dragen. Dat is lang geleden in Londen besloten bij een officiële Rechtszaak. Mijn vrouw en ik vinden de Catalaanse champagne veel lekkerder als de Franse.
Bovendien is Franse champagne niet te betalen, net als geitenkaas of wijn bij het eten bij voorbeeld.

Na hun strapatsen waren de zes vliegende geitenbreiers van Estartit in de richting van het Kasteel van Torroella gevlogen. Eerst maakten ze nog een tocht over de moerassen van een riviertje dat 'De Oude Ter' heet en waar intussen eenden en ook roerdompen broeden. 
Het zit er vol met Koningsreigers, Meerkoetjes en Waterhoentjes. Er zijn ook veel Mezen en Zeemeeuwen die in Spanje veel groter zijn als in Nederland. Tegenwoordig vliegen er ook Blauwe Reigers en Steen-arenden. En ik heb er zelfs een aantal Witte Zwanen gezien en Flamingo's. Dat die laatste soort prachtige vogels hier komen is heel uitzonderlijk en het had met vreemd Winterweer te maken.

Vroeger was zoiets ondenkbaar in dit mooie land dat meer weg heeft van een continent. Tenminste de helft van de leden van de Spaanse Jagersbond zou een cordon rond de moerassen hebben gelegd. En als dat klaar was zouden ze gaan schieten op alles wat zich in de moerassen zou durven bewegen. In het Catalaans heten moerassen  'aiguamolls' maar probeer nou niet dat woord uit te spreken. Je kunt je tong pijn doen of je hele mond ! 

Onze zes lieve geitenbreiers volgden na deze korte excursie vanuit de lucht eerst de weg die van Estartit naar Torroella loopt. De hexen dansten op hun bezems door de lucht op het ritme van een Samba die de leden van dit trio met veel plezier en heel goed zongen. Zo nu en dan dook er eentje eventjes naar beneden. Ze kriebelde dan een wandelaar met haar bezem even zacht over zijn kuiten. Het gebeurde ook dat ze een hijgende fietser of fietseres een lief en vriendelijk tikje op zijn kanis gaf. Als je niet weet wat een kanis is, zoek het op in een woordenboek of op het Internet dat  Van Alles Alles Weet...

De drie Blauwe Reigers waren wat voorzichtiger. Ze konden zich niet onzichtbaar maken zoals de drie hexen. Daar hadden ze Estartito voor nodig. Maar de toverspreuk die onze oude en lieve Tovenaar gebruikte voor deze vedwijn-truuk was erg ingewikkeld. Iedere keer als Estartito probeerde hem helemaal te zeggen begon hij halverwege te stotteren. Dan begon hij weer helemaal opnieuw maar bij de zevende mislukking had hij het helemaal genoeg en hield op.
De drie geduldige Reigers besloten zich maar koest te houden.

Langzaam naderde De Bende Van Negen (dát vind ik nou een mooie naam voor dit aardig maar wat ongeregeld stelletje) nu het Kasteel. Dat stond nog steeds te trillen op zijn grondvesten en er kwam een afgijselijke herrie vandaan. En ook de Grijze Berg leek er deze middag niet meer zo stevig bij te staan...

                        EINDE VAN HOOFDSTUK VIJF 

P.S.
     

dinsdag 6 oktober 2009

HOOFDSTUK IV DRIE VLIEGENDE STIPJES IN EEN HELDERBLAUWE ZOMERLUCHT


               Een veld zonnebloemen onder een blauwe Zomerlucht

Het was alsof iedereen ze die dag een beetje zag vliegen.
Met 'iedereen' bedoel ik natuurlijk de mensen die in Torroella of Estartit wonen of daar vakantie vierden. Toch veranderden onze vliegende vrienden weer in kleine stipjes. Dat gebeurde nadat ze laag over het strand waren gescheerd. De stipjes hadden zowel zonaanbidders als zeezwemmers de gillende stuipen op het lijf gejaagd.

De eerste die het vliegen leuk begon te vinden was Pasthur.
Hij zat boven op zijn Blauwe Reiger en was op zoek naar het gaspedaal. Het rempedaal had hij niet nodig want de reiger ging hem al veel te langzaam. 'Meneer de Reiger' vroeg Pasthur vriendelijk 'hebt u misschien ook een gaspedaal ?'.

De reiger draaide zijn kop en zijn lange snavel langzaam open en keek Pasthur toen heel vuil aan. 'Mevrouw de Reiger zal u bedoelen' antwoordde ze in plat Amsterdams en wiekte intussen rustig door. Pasthur schaamde zich wel een beetje over die vervelende stommiteit. Hij keek stil voor zich uit over de groene, zonnige vlakte waar ze net over een riviertje vlogen dat De Oude Ter heette.

Na een tijdje was hij bekomen van de schrik en vroeg toen heel vriendelijk met een zachte Brabantse 'g': 'Mevrouw de Reigster, hebt u misschien ook een gaspedaal'. De reiger begon te grinnikken en vroeg toen: 'Jij komt zeker uit een grote stad ?'. Pasthur dacht na en antwoordde beleefd: 'Ja, mevrouw, maar verschrikkelijk groot is die stad zeker niet'.

'Kijk' zei de reiger terwijl ze een trillende beweging met haar klapwiekende vleugels maakte 'maar wij reigers hebben helemaal geen gaspedaal nodig en evenmin een rempedaal als je dat toevallig eens zou gaan zoeken. Bij ons gaat alles nog helemaal natuurlijk'. Intussen wiekte ze rustig verder. 'En bovendien`zei ze 'heten vrouwelijke reigers ook reigers en niet reigsters. Er zijn natuurlijk wel rijgers en rijgsters maar die komen uit een heel ander verhaaltje of uit een boek maar ze rijgen allebei, de vrouwelijke en de mannelijke'.


Daarna maakte ze een wat vreemd geluid en ging verder: 'Er bestaat een boek dat gaat over het verschil tussen de korte ei en de lange ij. Ik weet niet precies hoe het heet maar ik heb de schrijver-met-een-lange-ij eens ooit naar het Kasteel gebracht. Hij heet Peter Veulenverkoper'. Daarna maakte ze een sierlijke duik en ging verder: 'Er staat bij voorbeeld in dat een rijger wél kan zien maar alleen maar in een vliegtuig kan vliegen maar dat een reiger zoals ik dus-met-een-korte- ei kan zien als helemaal alleen kan vliegen. Er staat ook heel duidelijk in dat geen enkele van de twee soorten ze per sé hoeft te zien vliegen. 't Is maar dat je het weet voor het geval dat je ooit iets overkomt met rijgende reigers want dat is een helemaal nieuw pas ontdekt soort'. Pasthur was nu echt stomverbaasd over wat deze mooie en eigenlijk heel aardige vogel wist en zo duidelijk kon vertellen.

Nu was de groep van zes richting Estartit gaan vliegen. Dat vroegere vissersdorp ligt direct aan de Middellandse Zee. Estartito zat een beetje ongemakkelijk op zijn Blauwe Reiger maar Branine voelde zich prima op haar gemak. De drie hexerige dames zaten hun bezems wat schoon te maken. Dat was eigenlijk niet nodig want in Finland hadden ze met het Openbaar Vervoer gereisd. Dat is natuurlijk bezemloos.


Norelca had de bezems in de vergaderzaal één keer laten zien aan de deelnemers van De Andere Hexendag. Spaanse hexenbezems vliegen wat sneller als alle andere Europese produkten. Bovendien vegen ze ook nog beter schoon als ze goed onderhouden zijn. Dat had een Onderzoeksburo als bijdrage voor de nog bestaande hexen en tovenaars gratis maar met een uitgebreid en goed uitgevoerd plan als hulp voor deze groep mensen gedaan.

Na die vergadering had Norelca de bezems in een paar grote wilgen gehangen die daar nog groeien. Tenslotte waren Troela, Torowelja en Troelita in Finland haar gasten en ze hadden ook een soort vakantie nodig. Ze hoefden echt geen moer te doen, zelfs niet te toveren. Maar onze watervlugge Pasthur bleef toch een beetje nieuwsgierig. Hij wilde weten waar zijn Blauwe Reiger vandaan kwam en hoe. Dat vroeg hij heel voorzichtig aan de vriendelijke vogel.

'Ja' zei ze 'ik zat met mijn broers Bisonte en Ducados rustig te vissen aan de Brouwerskolk in Overveen. En daar werden we ineens weggetoverd door een of andere Spaanse grapjurk. Hij vroeg of we hem met twee van zijn vrienden boven de Middellandse Zee wilden brengen en vervolgens naar een of ander eeuwenoud Kasteel. Het was echt een noodklus en er leek zelfs een beetje paniek in het spel. In zo'n geval kun je natuurlijk wel proberen heel hevig te gaan protesteren maar dat blijft altijd vechten tegen de bierkaai. Voordat ik het vergeet: ik heet Lola. En jij ?'.

Pasthur noemde zijn naam en begon zijn prachtig wiekende vervoermiddel eigenlijk best een aardige vrouw te vinden. Het was opvallend hoe kalm deze ras-Amsterdamse reiger langs de Catalaanse kust vloog. Hij vroeg of ze meer van dit soort klussen had.


'Pasthur' zei 'praat me er niet over: 'als Estartito ons per tovertelefoon belt en we niet meteen heel duidelijk NEE schreeuwen zouden de vele vissen in de Brouwerskolk voortaan op hun gemak haasje-over kunnen gaan spelen'.

Ze was even stil en Pasthur was verbaasd over de rijkdom
en de fantasie van haar Amsterdamse dialect. Een vis kan  toch geen haasje over springen.en...maar de reiger ging verder: 'elke week is er wel iets aan de hand. Een windsurfer belandt in Marokko omdat de wind ineens draait en aan de Catalaanse kust - die ze hier Costa Brava - noemen hebben ze liefst achtentwintig namen voor verschillende soorten  
wind waarvan er altijd wel eentje waait. Of een Lage Lander heeft zijn boot weer eens op de klippen laten lopen en staat op het punt met zijn hele familie te verdrinken.

Tussen haakjes: 'Costa Brava' betekent in het Nederlands 'Woeste Kust'. We hebben ook eens meegemaakt dat een diepzeeduiker zijn helm als onderbroek probeerde te gebruiken en zo geen adem meer kreeg. Maar het begint al wat beter te gaan' zei ze en ademde rustig door.


Ze vertelde dat haar broers Bisonte en Ducados bezig waren een overeenkomst te sluiten met het Catalaanse Rode Kruis. Het enige probleem dat ze hadden was de taal. Catalaanse mensen die in het toerisme werken kennen naast hun eigen mooie taal het Catalaans en ook Spaans en kunnen met wat Engels uit de voeten. Een klein aantal kan ook wat Duits
- dat best mooie dialect van het Nederlands - ophoesten maar echt Nederlands praten, dat gaat natuurlijk niet.


Ze waren allebei wel gewend aan het onderhandelen met hexen en tovenaars. Maar ze wisten echt niet hoe ze met bij voorbeeld de bekende 'Amsterdamse Vereniging van Blauwe en Anderskleurige Reigers' moesten omgaan. Bovendien bleken de asbakken in de vergaderkamer van die club te kort voor hun lange snavel. Haar broers waren allebei verslaafd aan roken. Ze waren er al een paar keer mee gestopt maar dan werden de broers helemaal chagrijnig-met-een-lange-ij natuurlijk. Dan kon je beter één pootje optrekken en pitten.

Tot voor enkele jaren was het in Spanje de gewoonte reigers gewoon af te schieten. Dan werden ze na een kunststukje van iemand die van koken en kokkerellen weet voorbereid.
En dan werden ze door een heel gezelschap vrienden en kennissen opgepeuzeld met een lekkere knoflook-saus en een paar flessen goede wijn. Natuurlijk was er vers brood dat in Spanje nog vaak door de vrouw vers werd gebakken. 


Spanjaarden zijn ontzettende liefhebbers van goed eten en drinken. Dat is een soort ontspanning waar niets en niemand tegen op kan. Ze zeggen dat de Spaanse keuken de beste ter wereld is. De schrijver van deze zinnen woont hier pas dertig jaar maar kan daar alleen maar 'si' tegen zeggen of met zijn hoofd vriendelijk glimlachend buigen, net als de Japanners maar niet zo Aziatisch stijf.

Dat je in Spanje met vogels kunt praten en dat die vogels ook kunnen helpen bij reddingsacties ging een beetje te ver voor deze liefhebbers van het goede leven. Toch begonnen zij ook met reigers te praten dankzij de bemiddeling van Troela en Estartito. Hé, wacht eens; wat is er nu weer aan de hand. Ja, er gebeurt altijd wel wat al noemen ze dat niet...

Daar botst Branine met haar Reiger Ducados bijna tegen de Morenrots aan die hoog boven Estartit uitsteekt. En Estartit begon van de weeromstuit te mopperen op Reiger Ducados omdat die even vóór de botsing net een lekkere sigaar wilde opsteken. Tenslotte was hij van Overveen naar Estartit getoverd en ook een reiger heeft zijn natje en zijn droogje én een lekkere sigaar nodig.


De bezemende heksen maakten het goed. Het gezelschap vloog nu op zo'n honderd meter boven Estartit. En daar gebeurde iets waar niemand op had zitten wachten. Alle negen hadden ze ineens zin om eens lekker de beest te gaan uithangen.

Troela begon...Ze nam een forse duik en gapte de pet van een helemaal kale politieman die tevergeefs het verkeer probeerde te regelen bij de ingang van het dorp. Daarna waren Lola en Pasthur aan de beurt. Lola had een eendenei gevonden en dat onder haar rechtervleugel verstopt. Nu liet ze dat ei net boven het hoofd van de loco-burgemeester los.
Die aardige Spaanse Catalaan zat net een bordje helemaal verse inktvissen te verorberen. Het was best een leuk gezicht zo'n gelige massa gelei op een bruingebrand hoofd te zien !

Ducados en Estatito doken in de richting van twee rood-verbrande Engelse meisjes. Die zaten naast een zwembad lekker een biertje te drinken. Estartito pakte het glas van het wat dun uitgevallen meisje en Ducados had haar wat stevig gebouwde vriendin als slachtoffer uitgezocht. Toen ze op vijfentwintig meter hoogte waren lieten ze de volle glazen precies in het zwembad van 'Hotel Garza' plonsen...


Torowelja greep haar bezem stevig vast en nam een forse duik in het zwembad van wat toen nog 'De Catalaanse Club' heette die tegen de berg aan ligt. Toen ze weer boven kwam had ze de zwembroeken bij zich van een Engelsman, een Nederlander en een Fransoos. De voormalige eigenaren van die zwembroeken werden meteen het zwembad van het Hotel uitgelazerd wegens wangedrag en gevaar voor de Openbare orde.


Hun handige smoesjes van een hex op een bezem die met een verschrikkelijke snelheid plotsklaps uit de blauwe lucht neerdaalde werden niet geloofd. De politie die er al bij was geroepen beschouwde het als een samenzwering tegen de Spaanse Staat subsidair Belediging van een Ambtenaar in functie. Dat kostte ieder van hun nog duizend €uro extra.

Troelita deed het wat rustiger aan. Ze pakte het glas met rum-cola - dat hier Cuba Libre heet - van een Belgische, nee ik bedoel een Vlaamse toerist en dronk dat grote glas in zijn aanwezigheid helemaal leeg. Daarna bedankte ze hem in voortreffelijk Frans en vertrok als de wiedeweerga.

Branine en Bisonte hadden het allemaal rustig bekeken en besloten tot de beruchte truuk met de tennisbal. Ze vroegen aan Estartito of hij ze allebei voor een minuut of tien onzichtbaar wilde maken. Dat deed onze tovenaar graag. Daarna gingen ze boven het net van een tennisbaan hangen. Elke keer als iemand had geserveerd en de bal echt precies boven het net kwam pakten ze de bal en gooiden die met een boogje terug. 

Een man die naar zijn vriendin stond te serveren liep langzaam rood aan. Maar na vijf minuten was hij niet meer te houden. Hij begon ontzettend ruw te vloeken. Zijn vriendin zei dat hij niet tegen zijn verlies kon. Toen werd hij helemaal woest. Hij begon zelfs in het Chinees te vloeken - hoewel het gewoon een best heel aardige Zwitser was - en liep daarna helemaal diep treurend naar zijn auto.

Na deze beestachtige gebeurtenissen in het dorpje Estartit aan Zee besloten de zes reizigers-met-een-korte-ei samen met hun drie elegante en vriendelijk vliegende prachtige vogelse vervoermiddelen richting Kasteel te vliegen...


       EINDE VAN HET VIERDE HOOFDSTUK

                                            



     

     


   

     

donderdag 1 oktober 2009

(VERVOLG VAN HOOFDSTUK III) FRIETHELM LIGT WEER EENS LEKKER TE SNURKEN



                   Dit is de stinkend rijke Oom Diederik van Friethelm

                   die letterlijk in zijn geld probeert te zwemmen...


Na dat rondje had Friethelm zich gewassen en daarna wat lekkkere briljantine in zijn haar gesmeerd. Hij had een paar potjes gratis voor niks gekregen van een letterlijk stinkend rijke Spaanse miljonair. Die man had wat veel van dat spul gekocht om in zijn haar te smeren. De rekening daarvoor was opgelopen tot een paar miljoen €uro's en dat was niet zo'n best gebruik van de vele miljoenen €uro's die hij in Spanje en in een paar andere landen bij elkaar had geveegd en gej... nee dat mag ik niet opschrijven....


En nu kon deze miljonair die - vertaald in het Nederlands - ook nog de fraaie titel 'Graaf Van Hier Tot Ginder' droeg de rekeningen van miljoenen €uro's voor de briljantine gewoon niet meer betalen... Hij stuurde de rekening naar de Spaanse Minister van Financiën. Die antwoordde dat hij dat bedragje wel wilde betalen of wat beter gezegd: in elk geval wilde voorschieten.De Minister dacht ook dat elke Spanjaard en Spanjaardin, nee dat heet Spaanse wel een beetje aan deze honderden kilo's briljantine wilden meebetalen. Vor de edele Graaf stonden twee kleine opdrachtjes tegenover.

De graaf moest voor onbepaalde tijd borden gaan wassen in een klein Restaurant in het dorp waar hij was geboren. Directeurtje van een echte bank was er natuurlijk voor een tijdje niet meer bij. Dat mocht later weer maar hij kon dan ook kiezen voor de bank in het dorp, naast een Kasteel van de Graaf zelf. Die bank heette in het Catalaans 'El banc de si no fos...' In het Nederlands betekent dat 'De bank van als ik dat en dat niet had dan...' en werd vooral bezet door de heel wat oudere mensen van het dorp. Bij een geldbank gaan werken kon de Graaf misschien later weer. 

Hij moest ook een jaarlang bruine bonensoep in zijn haar smeren. Met die soep in zijn haar moest hij elke avond een paar minuten op de televisie verschijnen. In Nederland werd een televisie-apparaat door een beroemde schrijver ook wel 'Verrekijk' genoemd maar dat heeft geen bal met Troela en vele haar makkers & maksters en maten te maken. 


Langer dan een paar minuten hoefde hij niet op de televisie te verschijnen. Hij zou verschijnen op het kanaal dat hij ooit zelf voor een prikkie van een paar miljoen €uro's had gekocht. Hij had ook een miljoentje in Dollars besteed maar dat was vér voor de crisis of depressie of recessie of...je kunt van al die nieuwe woorden (deflatie vind ik zelf het mooiste) intussen een heel Woordenboek maken. Al deze verschrikkingen waren in Yankee Doodle Country begonnen met een President die niet goed wist waar hij mee bezig was. Inplaats van een slimme schurk zou de edele Graaf tevoorschijn komen als een sympathieke clown. Spanjaarden en Spanjaardinnen / Spaanse Schonen willen graag zoveel mogelijk lachen, als het kan tenminste 63 minuten per dag.


In Nederland is zoiets (nog) niet gebruikelijk. Maar in Spanje behoort het tot de traditie van eeuwenlange onderdrukking en dan weer bevrijding enzovoort...Dat lachen houdt het gewone volk ook weg van het vragen om lagere rente aan banken die hun directeuren met 60.000.000 (zestig miljoen, je leest het goed) op straat zetten. Mensen die verdacht worden van een misdaad worden nog wel ondervraagd als het niet in de tijd van de siësta moet. Maar het duurt ontzettend veel jaren voor ze een proces aan de broek krijgen. Zo'n aanpak geeft schurken binnen en een aantal buiten de Regering ruimschoots de tijd om er met de buit vantussen te peren.


Terwijl het Vliegend Tapijt met zijn zes opzittenden over de Pyreneeën aan het vliegen was begon Friethelm aan zijn siësta.Eerst sliep hij helemaal rustig en lekker moe gewoon in.Maar daar kon je de eerste ronkjes al horen. Die rusige ronkjes veranderden langzaam veranderden langzaam maar zeker en een wat ander geluid: een gsnurk en niet zo'n beetje. En daarna begon het gelazer weer dat we zo goed van Friethelm kennen. Vergeleken met een of ander groot vliegveld was de herrie van een bulderbaan er een zuchtje van een tevreden baby bij.


Het Kasteel begon echt en helemaal te trillen op haar grondvesten. Een paar stenen vielen al uit de metersdikke torens.Maar ook dat bleek pas een begin. Terwijl het Vliegend Tapijt over de Baai van Rosas scheerde trilde de hele Grijze Berg, de overal beroemde 'Montgrí' in het Catalaans. De mensen op het strand schoten recht overeind. Velen ervan lagen in hun middagslaapje wat te duten maar werden ook opgeschrikt.


Het leek wel een aardbeving. Ervaren strandliggers waren wel gewend aan wat herrie die de golven van de Middellandse zee veroorzaakten. En in de laatste paar weken kwam er wel wat herrie uit de richting van het Kasteel. Maar dit werd toch wel een beetje akelig. En ineens gebeurde er iets waar niemand op had gerekend. Boven het grootste Medas Eiland verscheen een blinkend soort verschrikkelijk groot doek. Dat naderde heel snel de kust en was niet ver van het strand van Estartit. Strandluilakken waren wel aan teen en tander gewend zoals aan vliegtuigjes met reclame in het Spaans en Catalaans, aan balonnen, Delta-vliegers, allerlei soorten wind- surfers en zelfs een groene Zeppelin van een of ander fotomerk maar zoiets...


Het gekke wasdat de wind ook het geluid van menselijke stemmen naar het strand bracht. Het leken wel kinderstemmen die Nederlands praatten. Maar je kon ook duidelijk andere talen horen zoals Spaans en Catalaans. En duizenden mensen op het strand zagen ineens iets dat ze niet konden geloven. Het  Vliegend Tapijt dat nu vlakbij het strand was aangekomenbegon gewoon uiteen te rafelen.


Ze zagen dat er ook een heel oude man op zat. ZeDe herrie uit het Kasteel leek zelfs het Vliegend Tapijt te verpoederen. Maar opnieuw gebeurde iets heel wonderlijks.


De drie vrouwen met de hoedjes gingen op hun bezem zitten en vlogen gewoon recht vooruit in de richting van het strand. Drie Blauwe Reigers verschenen naast de drie nog overgebleven gasten op het Vliegend Tapijt. Die stapten elk over op de rug van een reiger. Daarna scheerde het zestal over de stomverbaasde gasten heen. Misschien waren ze wel op weg naar het bulderende kasteel op de intussen ook steeds maar heviger trillende Grijze Berg, de intussen vele miljoenen jaren oude Montgrí...

EINDE HOOFDSTUK III

JANOSJ